Vanuit Rivierenland vertrekt dagelijks een klein legertje aan metselaars, timmerlieden, schilders en stukadoors van het Ameidese bedrijf Koninklijke Woudenberg naar Apeldoorn om een enorme puzzel tot een goed einde te brengen: de enorme renovatie van Paleis het Loo.
Met de veertig medewerkers van Koninklijke Woudenberg en een aantal collega’s van ‘nevenaannemer’ Heijmans werkt er in totaal vijftig man aan de renovatie die in 2018 begon. ,,We zijn in 2021 klaar’’, klinkt het tevreden uit de mond van technisch directeur Wibo van der Jagt van de Koninklijke Woudenberg. ,,Dit zijn de mooie klussen hoor, zo’n groot paleis: daar wil je echt bij zijn, want het is een uniek project.’’
De klus is groots: er moet 4500 vierkante meter asbest gesaneerd worden, er worden nieuwe liften en toiletten geplaatst, en er moet een inbraakwerende schil komen door onder andere achterzetramen te plaatsen. Maar de allergrootste uitdaging: het vele asbest verwijderen dat tijdens de laatste renovatie in de jaren ’80 in het paleis is verwerkt omdat het een brandwerend materiaal is, maar zoals nu bekend ook erg gevaarlijk voor de gezondheid.
Koninklijke Woudenberg heeft haar eigen bouwketen staan. In de keten en in het paleis voelt Van der Jagt zich inmiddels als een vis in het water. Hij spreekt over ‘ons paleis’. Het paleis was tot 1962 de woning van Koningin Wilhelmina en is ooit gebouwd vanaf 1684 door stadhouder Prins Willem III. Toen de stadhouder ook koning van Engeland werd, zorgde hij ervoor dat zijn nieuwe huis een stuk groter werd.
Het paleis lijkt ook nu tijdelijk een stukje groter geworden door Koninklijke Woudenberg. Ze hebben bij het hoofdgebouw (ook wel corps de logis genoemd) een klein gebouw gemaakt van opslagcontainers.
Het bouwwerk is weggewerkt achter een groot spandoek, waarop afbeeldingen van de muren en ramen van het paleis zijn gedrukt. Dit minipaleisje, met eigen klimaatbeheersing, was de oplossing die Koninklijke Woudenberg bedacht om enorme afstanden lopen met alle monumentale stukken te voorkomen.
,,Het oorspronkelijke plan om een oude bibliotheek in een van de zijvleugels te gebruiken voor de opslag vonden we niet zo slim’’, legt Van der Jagt uit. ,,Door deze oplossing zijn we binnen een aantal meter in de opslag, waardoor er minder kans is op schade’’, zegt Van der Jagt verwijzend naar de in totaal 20.000 losse onderdelen die in de opslag liggen. De ingang naar de opslag voor de timmerlieden is een raam op de eerste verdieping dat is weggehaald.
Naast het werk dat Koninklijke Woudenberg uitvoert in het hoofdgebouw van het paleis, gebeurt er overigens nog meer op het terrein. Er verrijst namelijk een nieuw bezoekerscentrum onder de grond, in de achtertuin van Het Loo. Deze klus wordt uitgevoerd door BAM.
Inmiddels is er een klein voetbalveld van het gevaarlijke asbest tussen de plafonds en onder de vloeren vandaan gehaald. Om dat voor elkaar te krijgen hebben de timmermannen elke kamer, letterlijk gestript. De plafonds gingen eruit, de panelen langs de muren en indien nodig zelfs de vloeren. Want als het plafond te kwetsbaar was, besloten ze op de verdieping erboven, de vloer weg te halen om er alsnog bij te kunnen.
,,Zo is elke kamer tot in detail uit elkaar gehaald en als een grote legpuzzel bewaard’’, legt Van der Jagt trots uit. Die puzzel is geen lastige, want alle ruim 20.000 ‘puzzelstukjes’ kregen een sticker met een barcode, zodat deze letterlijk op dezelfde plek in één van de tachtig kamers teruggeplaatst kan worden. Van tevoren zijn 3D-scans en orthofoto’s gemaakt om de ruimte helemaal in beeld te krijgen.
Naast Koninklijke Woudenberg lagen er meer bedrijven op de loer om die prestigeklus- goed voor 3000 aanbestedingsdocumenten- aan te nemen. Maar juist met het bedenken van de tijdelijke opslag voor alle houten vloeren, lambriseringen, ornamenten, kapitelen (dat is de sierrand boven pilaren) en andere onderdelen van de rijkversierde kamers, trok Woudenberg de hele klus van bijna twintig miljoen euro naar zich toe. Inmiddels is dat bedrag flink verhoogd door het meerwerk want er ligt meer asbest dan gedacht. Onder andere om balken op te hogen. Hoeveel geld dit meerwerk inhoudt wil Van der Jagt niet zeggen.
Wandelend door het paleis komt Van der Jagt langs twee timmerlieden die een eeuwenoude binnendeur afhangen. ,,Die deur is zo krom als een toeter’’, vertelt Van der Jagt met een lach. Schatten hebben ze bij het verwijderen van de vloeren niet gevonden, wel onder andere een ansichtkaart uit een prentenboek van Wilhelmina. ,,En we hebben oude turf gevonden tussen de balkenlagen dat werd gebruikt voor de isolatie.’’
Job de Jong uit Hei- en Boeicop werkt al jaren mee in het paleis. ,,Het is mooi werk’’, stelt hij. Naast goed timmerman is hij ook een kleine artiest, getuige zijn tekeningen op het hout van de bouwlift. Timmerman Arie Dirk Boon uit Brandwijk is bezig met het terugplaatsen van plinten. Een aantal van de duizenden puzzelstukjes.
Details uit het paleis leerden de timmermannen ook kennen. Zo is er een badkamer met een natuurstenen vloer die werd gebruikt door een hoge Duitse officier die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn intrek in het paleis had genomen. ,,Die officier had een sabel, zo gaat het verhaal, en zette deze tijdens het plassen altijd in de hoek van de badkamer waardoor daar een klein kuiltje in de badkamer vloer is gekomen.’’
En dan toont Van der Jagt de slaapkamer van Koningin Wilhelmina. Geen grote kamer vol tot marmer beschilderde houten delen en ook geen hemelbed dat metershoog is. Wilhelmina sliep in een bescheiden kamertje van drie bij vier meter zonder poespas, maar met een witte muur, een bescheiden haardje met wat tegeltjes daarvoor. Bij het haardje wijst Van der Jagt naar de grond. ,,Hier hebben we het asbest onder de tegeltjes vandaan gehaald.’’
Verderop was de badkamer van Wilhelmina. De witte en blauwbeschilderde tegeltjes zitten nog geduldig tegen de muren. In een gang verderop is een lange houten vloer weer helemaal teruggelegd. ,,Elke plank is op exact dezelfde plek teruggeplaatst, dus elke naad die je nu ziet, die was er al. De bedoeling is dat het uiteindelijk lijkt alsof we er nooit zijn geweest, dat alles eruitziet als voorheen.’’
In de slaapkamer van stadhouder Willem III, die nadat hij koning van Engeland werd een flink bedrag investeerde in het vergroten van het paleis, hebben timmermannen nieuwe achterzetramen geplaatst. Voor inbraakwering en thermische isolatie. Eerder werkte het renovatiebedrijf al aan Slot Loevestein, het Rijksmuseum, het Mauritshuis en is het bedrijf een van de partijen die werkzaamheden gaat uitvoeren aan de enorme renovatie van het Binnenhof.
De enorme ontvangsthal van het paleis met de hoge trappen, beschilderde muren en plafonds is helemaal in de steigers gezet. Een imposant beeld. In de staatsiezaal boven aan de trap wijst Van der Jagt naar het plafond. In de hogere delen zat asbest, die hebben we al weggehaald en de plafonddelen weer teruggetimmerd. ,,Zie je die kleine zwarte puntjes?’’ vraagt Van der Jagt wijzend naar de hoogte boven hem? Dat is de nieuwe watermistinstallatie, de nieuwe brandwering, in plaats van het asbest.’’
Wandelend met een deur met ‘gouden randjes’ lopen timmermannen René Böhre uit Asperen en Edwin Heesakker uit Dreumel door een van de zalen. René staat elke ochtend vroeg op om rond vijf uur uit Asperen te vertrekken. Dan ben ik om half zeven hier’’, vertelt hij. Een leuke klus? Zeker! Je hebt op verjaardagen heel wat te vertellen over het paleis. De mensen horen het graag, ze vinden het leuk. Het spreekt tot de verbeelding.’’
Bron: Algemeen Dagblad